Maart: het wordt lente! De dagen lengen, de zon wint aan kracht, de natuur ontluikt. De merel zingt weer zijn mooiste lied, de eerste vlinders en hommels laten zich zien en alles wordt langzaamaan groener. Tijd om de winter weg te knippen en de eerste voorjaarskleuren tevoorschijn te toveren, zowel binnen als buiten! Toch luidt het aloude gezegde niet voor niets ‘maart roert zijn staart’. Houd vliesdoek, noppenplastic en jute zakken daarom voorlopig nog bij de hand om vorstgevoelige (pot)planten mee te beschermen.
Verwelkom de lente met deze 11 fleurige tips voor binnen en buiten
1. Vul vazen met voorjaarsbloeiers die nu volop en voordelig verkrijgbaar zijn, zoals tulpen, narcissen, irissen en hyacinten. Meng narcissen niet met andere snijbloemen, omdat die niet tegen het slijmerige sap dat de stelen afscheiden kunnen. En houd er bij het schikken van de tulpen rekening mee dat ze nog doorgroeien in de vaas.
2. Vul grote stevige vazen of potten met bloesemtakken. Je kunt kiezen uit vers gesnoeide exemplaren, maar ook voor kunstexemplaren die niet van echt te onderscheiden zijn. Denk aan takken van de magnolia, sierkers, perzik, amandel, toverhazelaar en sneeuwbal (Viburnum).
3. Zet potten, bakken, schalen en manden met voorjaarsbloeiers op de tuin- of balkontafel. Je hebt nu ruime keuze uit blauwe en witte druifjes, mini-narcissen, mini-irisjes, hyacinten, viooltjes, primula's en madeliefjes.
4. Zet de snoeischaar in de hertshooi (Hypericum), vlinderstruik (Buddleja), laatbloeiende clematissen, rozen (met uitzondering van de eenmalig bloeiende soorten), siergrassen, pluimhortensia's en de hortensia 'Annabelle'. Die kunnen allemaal flink teruggesnoeid worden. Indien gewenst kun je de pruikenboom (Cotinus), hibiscus, lavendel, salie, kerrieplant en heiligenbloem (Santolina) lichtjes in vorm snoeien. Verwijder lelijk blad met bruine randen of vlekken van de kerstroos (Helleborus).
5. Begin met het bemesten van de borders. Je kunt een mix van gedroogde koemestkorrels en kalk gebruiken, maar ook (zelfgemaakte) compost of een laag nieuwe, verse tuinaarde aanbrengen. Verspreid speciale voeding aan de voet van struiken die van zure grond houden, zoals azalea’s, rodondendrons, heide, Pieris en Skimmia. Bij kerstrozen en lavendel kun je een beetje kalk door de aarde aan de voet van de planten harken.
6. Verticuteer en bemest het gazon. Bij zacht weer kun je ook kale plekken of een nieuw gazon inzaaien.
7. Bind de ranken vast van uitlopende klimplanten, zoals clematis, kamperfoelie en klimroos.
8. Als de grond niet bevroren is en er weinig tot geen kans meer is op strenge nachtvorst kun je prima rozen en vroegbloeiers, zoals akelei, gebroken hartje (Dicentra), longkruid (Pulmonaria) en wildemanskruid (Pulsatilla), planten. Heb geduld met (pot)planten die in februari een flinke knauw van de strenge nachtvorst hebben gehad. Kijk het even aan voordat je ze verwijdert en wegdoet; de natuur is vaak sterker dan je denkt.
9. Controleer de overwinterende kuip- en potplanten. Verwijder dor en ziek blad en kijk of ze niet uitdrogen. Laat ze regelmatig luchten. Sommige kuip- en potplanten, zoals oleander en laurier, kunnen best een paar graden nachtvorst verdragen en kunnen dus al naar buiten. Zet ze niet meteen in de volle zon, want dan kan het blad verbranden.
10. Verpot kuip- en kamerplanten. Zet ze in een iets grotere pot of bak, gevuld met verse potgrond of speciale grond voor bijvoorbeeld mediterrane planten, orchideeën en cactussen.
11. Wie dit jaar van eigen teelt en verse groenten en kruiden wil genieten kan nu beginnen met het zaaien van peterselie, radijs, spinazie, (veld)sla en wortels en het planten van aardpeer, bloemkool, broccoli, erwten, tuinbonen en peulen.
Geniet van de lente!